Begeleiding is gericht op het bevorderen, behouden en compenseren van zelfredzaamheid en participatie van de inwoner zodat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.
Inwoners kunnen begeleiding ontvangen wanneer zij niet voldoende zelfredzaam zijn in het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) en hierbij geen gebruik kunnen maken van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk of algemeen gebruikelijke voorzieningen.
Wanneer zelfredzaamheid niet mogelijk is, wordt vanuit de begeleiding ingezet op het opbouwen van een netwerk rondom de inwoner die de inwoner op het gebied van de noodzakelijke ADL kan ondersteunen zodat professionele begeleiding afgebouwd kan worden.
2. Dagbesteding
Dagbesteding is erop gericht om inwoners een zinvolle invulling van de dag te bieden gericht op het aanbrengen van (dag)structuur, het activeren/bevorderen van sociale participatie, het ontwikkelen van vaardigheden (algemene, praktische vaardigheden of meer arbeidsmatige vaardigheden), het organiseren van ontmoeting om sociaal isolement te voorkomen en het voorkomen van achteruitgang. Daarnaast speelt het ontlasten van mantelzorgers een belangrijke rol, zodat de inwoner zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen.
Binnen de dagbesteding worden activiteiten aangeboden die bijdragen de beoogde resultaten en die aansluiten op de behoefte van de inwoners. Inwoners kunnen gebruik maken van dagbesteding wanneer zij niet in staat zijn zelf een zinvolle invulling aan de dag te geven en hierbij geen gebruik kunnen maken van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk of algemeen gebruikelijke voorzieningen.
Arbeidsmatige dagbesteding
Arbeidsmatige dagbesteding is bestemd voor mensen van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd, die beperkt maatschappelijk kunnen participeren. Arbeidsmatige dagbesteding behelst zinvolle arbeidsmatige activiteiten gericht:
“herstel” van inwoners met psychiatrische en/of psychische problemen(rehabilitatiedoelen) en dragen bij aan bevordering van maatschappelijke (her-)integratie
op het aanleren en/of onderhouden van arbeidsvaardigheden; er is een stimulerend leer- en oefen-milieu.
De productiedruk wordt aangepast aan de capaciteit en mogelijkheden van de inwoner. Waar dit mogelijk is wordt geen onderscheid gemaakt tussen doelgroepen, een combinatie van doelgroepen is mogelijk, indien de activiteiten toegankelijk of aangepast zijn op de behoefte dan wel niveau van de groep. Waar mogelijk draagt de arbeidsmatige dagbesteding bij aan de mogelijkheid om uit te stromen naar beschut, begeleid of ondersteund werk, betaald werk, vrijwilligerswerk of deelname aan (basis)voorzieningen in de buurt.
3. Hulp bij Huishouden
Hulp bij het huishouden is een lichte vorm van ondersteuning die bijdraagt aan het langer zelfstandig kunnen blijven wonen van kwetsbare inwoners. Inwoners kunnen hulp bij het huishouden ontvangen wanneer zij niet in staat zijn een gestructureerd huishouden te voeren en hierbij geen gebruik kunnen maken van eigen kracht, gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit het sociale netwerk of algemeen gebruikelijke voorzieningen.
De inzet van hulp bij het huishouden is gericht op een schoon en leefbaar huis en/of het stimuleren van de eigen mogelijkheden bij het schoonhouden van de woning en het voeren van een gestructureerd huishouden voor inwoners met regieverlies die niet in staat zijn om te beoordelen wat noodzakelijk is in het huishouden waarbij de hulp zelfstandig kan werken en een signaalfunctie heeft. Signalering of de zelfstandigheid en/of veiligheid in het gedrang komt is hier een belangrijk onderdeel van. De signalering geldt ook voor het sociale aspect.
Ondersteuning vanuit algemene voorzieningen (zoals boodschappenservice, maaltijdenservice, wasservice etc.) is voorliggend op hulp bij het huishouden. De inzet van hulp bij het huishouden wordt waar mogelijk verlaagd door naast hulp bij het huishouden ook gebruik te maken van algemene voorzieningen.
Hulp bij het huishouden heeft alleen betrekking op het schoonmaakwerk in het huis. Hierbij horen geen activiteiten buitenshuis, zoals het onderhouden van de tuin, opruimen van schuur, wassen van de auto of schoonmaken van de stoep. Ook het ramen wassen aan de buitenkant van de woning valt buiten de gemeentelijke compensatieplicht op grond van voorliggende voorzieningen.
4. Landelijk Transitie Arrangement
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt namens alle gemeenten afspraken met aanbieders die een essentiële, landelijke functie vervullen in het zorglandschap. Voor deze functies sluiten we (namens het collectief van gemeenten) raamovereenkomsten waarbinnen gemeenten naar gebruik afrekenen. De VNG heeft hiervoor het mandaat gekregen in de algemene ledenvergadering.
Het Landelijk Transitiearrangement (LTA) is een set aan afspraken die door de VNG landelijk wordt gemaakt, met een beperkt aantal jeugdhulpaanbieders, om er zeker van te zijn dat er een contractbasis is voor aanbieders met uitzonderlijk aanbod.