Ambulante behandeling intensief specialistisch (45A56)  

Deze vorm van ambulante behandeling heeft als doel dat een kind in het gezin thuis kan blijven wonen of opnieuw thuis kunnen wonen. Doel is dit te realiseren door de problemen die het kind/gezin ervaren te verminderen of te zorgen dat het kind/gezin er beter mee om kunnen gaan.

Ambulante behandeling intensief specialistisch heeft als hoofddoel het terugdringen van ernstige problemen en zorgen dat het gezin en omgeving in staat zijn eventuele toekomstige problemen zelfstandig het hoofd te bieden.

De omgeving wordt ondersteund in probleemoplossende en opvoedkundige vaardigheden. De behandeling sluit aan bij (psychiatrische) problematiek, waarbij er gebruik gemaakt wordt van individuele behandeling, zoals trauma therapie of angstbehandeling. Er is voortdurend aandacht voor de veiligheid van de kinderen in het gezin.

Kenmerkend is dat de behandeling wordt uitgevoerd in de eigen leefomgeving van het kind en wordt uitgevoerd samen met alle sleutelfiguren voor het kind en het gezin. De behandeling wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team. Daarbij is er 24/7 bereikbaarheid en klinische achtervang.

Voorbeelden: Ambulante/poliklinische behandeling als MST en MDFT

Hoog Specialistische GGZ (54003)

Wanneer sprake is van ernstige en complexe psychische stoornissen (4 of 5 van de kernproblematieken als genoemd in de algemene doelgroepomschrijving) vindt de behandeling plaats in de hoog specialistische GGZ.

De hoog specialistische GGZ is gericht op effectieve behandeling, goede ondersteuning, nazorg en terugvalpreventie.

De jeugdige wordt individueel of het gezin wordt behandeld. Door de ernst van de beperkingen is de jeugdige aangewezen op een intensieve vorm van behandeling. De behandeling is gericht op maatschappelijk herstel en op het verminderen of voorkomen van verergering van problemen, waardoor een blijvende verbetering in het functioneren wordt gerealiseerd.

Er worden verschillende bewezen effectieve interventies ingezet, als Cognitieve gedragstherapie, systeemtherapie, medicamenteuze behandeling en EMDR. Binnen dit product vallen ook Jeugd-FACT, IHT en forensische GGZ.  

Klinische behandeling GGZ (behandeling incl. verblijf) – intensiteit 1 en 2

(Intensiteit 1: 54013 / Intensiteit 2: 54015)

Eén tarief voor verblijf inclusief behandeling, onderscheid in twee intensiteiten

De ondersteuning is gericht op maatschappelijk herstel en op het verminderen of voorkomen van verergering van problemen, waardoor een blijvende verbetering in het functioneren wordt gerealiseerd.  

Op deze wijze draagt het verblijf bij aan het oplossen van de ontstane problemen in de eigen omgeving van de jeugdige zodat een terugkeer naar huis of de eigen, directe omgeving mogelijk is.

De behandeling richt zich tevens op het functioneren binnen levensdomeinen, zoals onderwijs, wonen, het gezin, sociale relaties en vrijetijdsbesteding. Bij het bieden van de ondersteuning wordt door Opdrachtnemer samengewerkt met alle relevante aanbieders binnen het brede domein rondom de jeugdige en het gezin.

Er worden twee deelproducten onderscheiden met een verschil in intensiteit van de behandeling, begeleiding en verzorging

Voor plaatsing is er door de verwijzer de Verklarende Analyse uitgevoerd: plaatsing vindt niet plaats wanneer deze analyse ontbreekt.  

Vanaf aanvang van en tijdens de plaatsing is er nauw contact met de lokale toegang (CJG / jeugdconsulten), ook wanneer verwijzing plaatsvindt via andere route.

Er worden twee deelproducten onderscheiden met een verschil in intensiteit:

Intensiteit 1:   Gemiddelde verzorgingsgraad (voorheen ZZP GGZ C/D/E)
De nadruk in de begeleiding ligt op het bieden van structuur. Als gevolg van de wisselende zelfredzaamheid is begeleiding en structureel toezicht noodzakelijk. Er wordt ingezet op het bevorderen van het zelfoplossend vermogen en zelfregie. Hierbij zijn stimulatie en toezicht noodzakelijk.

Personeel is direct beschikbaar. Het merendeel van de kinderen verblijft doordeweeks en in het weekend in de kliniek. Kinderen verblijven voornamelijk in een setting met gemiddeld intensieve bescherming (voorheen besloten) , waarbij het grootste deel van de kinderen de setting niet zonder toestemming mag verlaten. Vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen van toepassing zijn.

Behandeling wordt ingezet volgens de omschrijving en voorwaarden als genoemd bij Hoog Specialistische GGZ.  

Intensiteit 2: Intensieve verzorgingsgraad (voorheen ZZP GGZ F/G)
De nadruk in de dagelijkse begeleiding ligt op het bieden van structuur. Als gevolg van forse beperkingen in de zelfredzaamheid is soms overname van zorg nodig. Permanente begeleiding en permanent (opvoedkundig) toezicht is noodzakelijk.

Personeel is permanent beschikbaar en opschaling is mogelijk. Kinderen verblijven doordeweeks en in het weekend in de kliniek. Kinderen verblijven voor een belangrijk deel in een beschermende en beveiligde setting , waarbij het grootste deel van de kinderen zich niet aan het toezicht kan onttrekken (voorheen ‘gesloten’). Vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen van toepassing zijn.

Behandeling wordt ingezet volgens de omschrijving en voorwaarden als genoemd bij Hoog Specialistisch GGZ  

Specialistische GGZ (43A12)

Een kind vormt een direct risico voor zichzelf en/of hun omgeving. Het is in het belang van het kind dat hij/zij een behandeling krijgt in geslotenheid. Dit voorkomt dat hij/zij zich onttrekt aan de zorg die hij/zij nodig heeft. Of dat anderen belemmeren dat ze zorg krijgen.  

De jeugdige leert in een instelling voor jeugdzorgplus structuur aan te brengen in zijn/haar leven en toe te werken naar het kunnen profiteren van het reguliere zorg aanbod.

Voor plaatsing is er door de verwijzer de Verklarende Analyse uitgevoerd:   plaatsing vindt niet plaats wanneer deze analyse ontbreekt.  

Vanaf aanvang van de plaatsing is er nauw contact met de lokale toegang (CJG / jeugdconsulten), ook wanneer verwijzing plaatsvindt via andere route.

Een gedwongen opname kan door de rechter worden opgelegd. Een verzoek hiertoe kan door een gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming een GI of een Officier van Justitie worden ingediend.  

Drie milieu voorziening (op terrein) (44A31)

Behandeling en verblijf in een drie milieu voorziening is gericht op een integrale afstemming tussen verblijf, onderwijs/werk en vrijetijdsbesteding, waarbij de jeugdige een samenhangende behandeling in al deze drie behandelmilieus krijgt.

Voor plaatsing is er door de verwijzer de Verklarende Analyse uitgevoerd; plaatsing vindt niet plaats wanneer deze analyse ontbreekt.  

Vanaf aanvang van de plaatsing is er nauw contact met de lokale toegang (CJG / jeugdconsulenten), ook wanneer verwijzing plaatsvindt via andere route.

Een gedwongen opname kan door de rechter worden opgelegd. Een verzoek hiertoe kan door een gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming een GI of een Officier van Justitie worden ingediend.

Dit betreft 24-uurs verblijf in een behandelgroep (met minimaal 3 en maximaal 6 kinderen) gesitueerd op een terrein van de aanbieder. Op het terrein bevinden zich naast behandelgroepen een school en diverse mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding.  

Er zijn mogelijkheden voor de inzet van therapie op het terrein.

Er is een hoge mate van toezicht, veiligheid en voorspelbaarheid

binnen de drie leefsferen (wonen, onderwijs en vrije tijd). Eigen aan de drie milieu behandeling is de beschikbaarheid van intern onderwijs. Maar in de loop van de behandeling kan, bij herstel van de ontwikkeling, overgegaan worden naar regulier onderwijs.

Er kan sprake zijn van een open setting of een besloten setting (daar waar een zwaardere behandeling noodzakelijk is). Het terrein van de aanbieder is dusdanig gesitueerd dat er voldoende mogelijkheden voor kinderen zijn om in de omgeving te oefenen met diverse vaardigheden. Het terrein biedt veiligheid en afscherming, doordat het ruim opgezet en gekaderd is. Op sommige

terreinen is er op bepaalde tijden beveiliging aanwezig om er op toe te zien dat er geen externe invloeden zijn die de rust en veiligheid verstoren.

Binnen de behandelgroep wordt een veilig basisklimaat geboden. Er is een hoofdbehandelaar verbonden aan het kind en onder zijn toezicht worden specifieke orthopedagogische en gedragstherapeutische behandelmethoden ingezet. Kinderen worden 24 uur per dag begeleid/ opvoeding door pedagogisch medewerkers binnen een open behandelklimaat, waarin zowel leermomenten voor de groep als voor het individu zijn ingepland.

Een op maat ingevuld dagprogramma van 9.00-15.00 uur, begeleid door leerkrachten en pedagogisch medewerkers, - buitenschoolse activiteiten, begeleid door pedagogisch medewerkers en activiteitenbegeleider, in samenwerking met de gemeente (clubs, bijbaantjes etc.)

Indien noodzakelijk wordt het behandelteam uitgebreid met gedragswetenschappers en andere therapeuten. Ook kan expertise worden toegevoegd vanuit de GGZ (psychiater) en de verslavingszorg. Er is achterwacht van daartoe gekwalificeerde medewerkers.

Na behandeling stroomt het kind uit naar het gezin of naar een vervolgplek (bijvoorbeeld fasehuis, of gezinshuis).

Medicatiebegeleiding (54004)

De jeugdige heeft na afloop van de behandeling nog medicatie nodig.

Medicatiecontrole bij jeugdigen (2-4 keer per jaar) door een medisch specialist

Pleegzorg (initieel) (43A64)

Systeem of cliëntgerelateerde problematiek waardoor wonen thuis (tijdelijk) niet mogelijk blijkt. Behoefte om in positieve opvoedomgeving in een gezinsvorm op te groeien.  

Veel uithuisgeplaatste kinderen kampen met emotionele en gedragsproblemen.

Er kan sprake zijn van vrijwillige of gedwongen plaatsing in pleegzorg:  

• Vrijwillig: ouders stemmen zelf in met jeugdhulp en pleegzorg omdat ze (tijdelijk) niet in staat zijn hun kind op te voeden. In dat geval wordt pleegzorg aangevraagd door ouders in samenwerking met de toegang;  
• Gedwongen: indien er sprake is van een ondertoezichtstelling of voogdijregeling vraagt de instelling voor gezinsvoogdij de pleegzorgplaatsing aan.  
• In alle situaties blijven ouders altijd ouders, ook als ze niet in staat zijn om de opvoeding zelf vorm te geven. De pleegzorgaanbieder heeft hierin een ondersteunende rol.

Er is bij pleegzorg sprake van drie varianten:  

1. Hulpverleningsvariant (gericht op terugkeer naar huis, intensief traject met (biologische) ouders).
2. Opvoedingsvariant (vervangend opvoedmilieu, terugkeer naar huis niet of voorlopig niet mogelijk).
3. Deeltijdvariant (versterken van gezin/ter ontlasting van gezin, zodat de cliëntthuis kan blijven wonen, minimaal één etmaal met overnachting).

Voor alle varianten is deze code met tarief van toepassing

Initieel (1,5 x reguliere inzet): duur maximaal 6 maanden

Als een kind voor het eerst vanuit het eigen gezin in een pleeggezin wordt geplaatst, dan is dat een grote overgang. Dit vraagt om extra begeleiding, dit dit product voorziet daarin. Inzet pleegzorgwerker is 1,5 uur per week.  

Met de jeugdhulpaanbieder die het kind en de pleegouders begeleidt, is afgesproken dat deze begeleiding gedurende de eerste weken op een hoogfrequent en intensieve wijze gebeurt, zodat het kind zo goed mogelijk wordt ondersteund in het pleeggezin. De frequentie en intensiteit van de begeleiding bouwt langzaam af naar een niveau waarop dit in de reguliere pleegzorg gebeurt.

Na de periode van initiële pleegzorg is de reguliere pleegzorg van toepassing.

Pleegzorg (43A09)

Systeem of cliëntgerelateerde problematiek waardoor wonen thuis (tijdelijk) niet mogelijk blijkt. Behoefte om in positieve opvoedomgeving in een gezinsvorm op te groeien.  

Veel uithuisgeplaatste kinderen kampen met emotionele en gedragsproblemen.

Er kan sprake zijn van vrijwillige of gedwongen plaatsing in pleegzorg:  

• Vrijwillig: ouders stemmen zelf in met jeugdhulp en pleegzorg omdat ze (tijdelijk) niet in staat zijn hun kind op te voeden. In dat geval wordt pleegzorg aangevraagd door ouders in samenwerking met het basisteam;  
• Gedwongen: indien er sprake is van een ondertoezichtstelling of voogdijregeling vraagt de instelling voor gezinsvoogdij de pleegzorgplaatsing aan.  
• In alle situaties blijven ouders altijd ouders, ook als ze niet in staat zijn om de opvoeding zelf vorm te geven. De pleegzorgaanbieder heeft hierin een ondersteunende rol.

Er is bij pleegzorg sprake van drie varianten:  

1. Hulpverleningsvariant (gericht op terugkeer naar huis, intensief traject met (biologische) ouders).
2. Opvoedingsvariant (vervangend opvoedmilieu, terugkeer naar huis niet of voorlopig niet mogelijk).
3. Deeltijdvariant (versterken van gezin/ter ontlasting van gezin, zodat de cliëntthuis kan blijven wonen, minimaal één etmaal met overnachting).

Voor alle varianten is deze code met tarief van toepassing

In algemene zin betreft wonen veelal langdurig verblijf in een veilige, stabiele leefomgeving. Het doel is de jeugdige zo normaal en veilig mogelijk op te laten groeien, het vergroten van de draagkracht en de zelfstandigheid, aangepast op zijn mogelijkheden. Samen met de jeugdige wordt een concreet, haalbaar perspectief ten aanzien van zijn toekomst ontwikkeld en de manier waarop ouders invulling geven aan hun ouderrol.

Onder Wonen wordt verstaan dag- en nachtverblijf (voltijds of deeltijd) van een jeugdige elders dan thuis onder verantwoordelijkheid van een jeugdhulpaanbieder. Het gaat hier specifiek om wonen/verblijf zonder behandeling, wat niet betekent dat er geen individuele behandeling of gezinsbegeleiding/ behandeling (via een aparte beschikking) aanvullend kan worden ingezet om de beoogde doelen te realiseren. Er wordt binnen de producten wonen wel begeleiding geboden.

Gezinshuis intensiteit 1, 2 of 3   (43A10 / 44A08 / 44A23)

Cliënt met een opvoed- of behandelvraag die niet in een pleeggezin of eigen netwerk terecht kan. Cliënten hebben vaak complexere problemen waaronder onveilige gehechtheid en traumagerelateerde problematiek. Cliënten worden (in principe) in staat geacht in een gezinsstructuur te functioneren. De cliënt heeft een begeleidingsvraag en kan en behandelvraag hebben, afhankelijk van de problematiek.

Systeem of cliëntgerelateerde problematiek waardoor wonen thuis (tijdelijk) niet mogelijk blijkt. Behoefte om in positieve opvoedomgeving in een gezinsvorm op te groeien.

Gezinshuiszorg betreft wonen en begeleiding in een gezinsvorm. In een gezinshuis wonen gezinshuisouders met meerdere geplaatste cliënten (max. 6) en soms ook eigen kinderen. Gezinshuisouders zijn beroepsopvoeders die 7 dagen per week 24 uur per dag hun beroep uitoefenen en beschikbaar zijn. Een gezinshuis biedt:

• een vervangende gezinssituatie en biedt een stabiele opvoed- en opgroeiomgeving, waar nodig aangevuld met professionele behandeling.  
• ‘orthopedagogische basiszorg’, dat wil zeggen zorgvuldig pedagogisch handelen, binnen een bepaalde cultuur van omgaan met elkaar, leefregels en sfeer rekening houdend met de specifieke behoeften van het kind t.a.v. opvoeding en opgroeien. Het is gericht op verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren en/of compenseren van zelfredzaamheid, welbevinden of de kwaliteit van leven. Dit is inclusief begeleiding: dagelijkse opvoeding en begeleiding bij onderwijs en vrijetijdsbesteding; begeleiding gericht op onder meer het leren van sociale vaardigheden/ verbreden sociaal netwerk, het aanleren van praktische vaardigheden en het versterken van de autonomie.  
• De begeleiding is afgestemd op de problematiek van de individuele jeugdige. Er is sprake van afgestemd methodisch handelen gebaseerd op een begeleidings- of behandelplan, zoals het geven van consequente feedback en het voeren van individuele gesprekken.  
• Extra begeleiding wordt geboden door pedagogisch medewerkers/behandelaars bij onder meer agressieregulatie en grensoverschrijdend gedrag.  
• Er wordt zoveel als mogelijk samen met (pleeg)ouders gewerkt aan terugkeer naar de thuissituatie of een vervolgtraject ingezet richting zelfstandigheid. Ouders hebben tijdens het verblijf van de jeugdige de mogelijkheid om zorgtaken op zich te nemen, bijvoorbeeld door deel te nemen aan activiteiten of tijdens bezoeken van de jeugdige thuis. Er wordt zoveel als mogelijk samen met ouders gewerkt aan terugkeer naar de thuissituatie. En als dat niet haalbaar is, het samen met opvoeders zoeken naar een rol die passend is bij de mogelijkheden van opvoeders.
• De duur van het verblijf varieert afhankelijk van het perspectief en de doelen die samen met jeugdige/(pleeg)ouders/voogd en in afstemming met de casusregisseur basisteam zijn opgesteld.

Aanbieder biedt 24/7 wonen aan gedurende het gehele jaar om de jeugdige een vaste woonplek en stabiliteit te bieden

• Gezinshuis intensiteit 1: een vervangende gezinssituatie die een stabiele professionele opvoed- en opgroeiomgeving biedt met enige ondersteuning/begeleiding.  
• Gezinshuis intensiteit 2: naast de reguliere gezinshuis opvoeding en ondersteuning, wordt extra begeleiding en begeleiding met een behandelend karakter geboden
• Gezinshuis intensiteit 3: naast de reguliere gezinshuis/gezinshuis intensiteit 2 is structureel extra ondersteuning/begeleiding nodig.

Wonen/Verblijf Groep met begeleiding (intensiteit 1)

Cliënten die problemen ondervinden op meerdere leefgebieden waardoor wonen met begeleiding geïndiceerd is, omdat de dagelijkse zorg en begeleiding vraagt om professionele zorg. Het perspectief is:  

▪ Vasthouden aan wat is bereikt  en ondersteuning bij reguliere ontwikkeling

▪ Kan dit (nog) niet alleen          

▪ Onduidelijk is nog hoe lang hulp nodig is    

▪ Kunnen terugvallen op ondersteuning als het   even niet meer lukt  

Cliënt is reeds enige tijd stabiel. Cliënt is (nog) niet in staat in een gezinsstructuur te functioneren of heeft een dusdanige ondersteuningsbehoefte dat er professionele ondersteuning nodig is

De kans op herstel is niet in te schatten en heeft niet de primaire focus. Gezien problematiek en leerbaarheid zijn op langere termijn ontwikkelstappen te verwachten. Einddoel is terug naar huis of zelfstandig wonen. Of een fijne, veilige, duurzame woonplek met passende begeleiding.

Focus ligt op het stabiel houden en bestendigen van aangeleerde vaardigheden. Het bieden van een stabiele omgeving en het creëren van routine.

Wonen/Verblijf Groep met begeleiding (intensiteit 2)   (43A37)

Cliënten die problemen ondervinden op meerdere leefgebieden. Het perspectief is:

• Mogelijkheid om te herstellen, ontwikkelen, leren
• Een duidelijke en inzichtelijke hulpvraag  
• In staat om (binnen voorspelbare termijn) zelf de regie terug te krijgen of te vergroten

Cliënt is stabiel, maar ondervindt problemen op meerdere leefgebieden of heeft hulpvragen om te komen tot verdere ontwikkeling.  

Cliënt is (nog) niet in staat in een gezinsstructuur te functioneren en heeft een dusdanige ondersteuningsbehoefte dat er professionele ondersteuning nodig is.

Cliënt beschikt over enige mate van zelfinzicht en zelfregie. Cliënt is gebaat bij een   zeer duidelijke woonstructuur. Zelfstandig wonen is (nog) geen optie.

Begeleiding gericht op aanleren van vaardigheden m.b.t.  zelfstandigheid, passend bij de ontwikkelfase  

Wonen/Verblijf Groep met begeleiding (Intensiteit 3) (43A47)

Cliënten die problemen ondervinden op meerdere leefgebieden. Het perspectief is:

• Cliënt weet niet wat nodig is om het probleem op te lossen
• Er is sprake van regieverlies (ik heb geen grip meer)
• Vastzittend in een patroon en daar niet uit kunnen komen

Cliënt is instabiel, maar niet in crisis. Intensieve, maar niet planbare zorgvraag. Regie moet (tijdelijk) worden overgenomen.

Cliënt is (nog) niet in staat in een gezinsstructuur te functioneren en heeft een dusdanige ondersteuningsbehoefte dat er professionele ondersteuning nodig is.

Hulpverlenersperspectief

• Meervoudige problemen op meerdere leefgebieden of binnen een cliëntsysteem
• Verklarende analyse (of goed vervolg vanuit crisis) maken van situatie (knelpunten, sterkte-zwakte analyse van cliënt of cliëntsysteem)
• Hulpvraag samen met cliënt verduidelijken en inzichtelijk maken
• Van regie overnemen naar eigen regie

Handvatten geven om patronen te doorbreken

Wonen/Verblijf Groep met begeleiding – Moeder en Kind huis (43A07)

Ongeboren, baby’s, jonge kwetsbare kinderen en jonge moeders die problemen ondervinden op meerdere leefgebieden en belast zijn met persoonlijke problematiek of een beperking.

Cliëntperspectief

• Mogelijkheid om te herstellen, ontwikkelen, leren
• Kan dit (nog) niet alleen
• De ondersteuning is voor periode van 1 tot 2 jaar, gericht op participeren in de maatschappij
• Kunnen terugvallen op ondersteuning als het   even niet meer lukt.

Het is zonder ondersteuning voor de moeder niet mogelijk het jonge kind een veilige woon/leef situatie te bieden of de rol van opvoeder op te pakken.

De hulp is bestemd voor kwetsbare (aanstaande) jonge moeders, voor wie het ouderschap niet vanzelf sprekend is. Er sprake van veelal complexe persoonlijkheidsontwikkeling en –problemen.

Er is onvoldoende compensatie vanuit bestaand netwerk.

Focus ligt op het bieden van een kansrijke, veilige leef en woonsituatie. Het aanleren van vaardigheden aan de moeder t.a.v. verzorgen, stimuleren, hechten aan het jonge kind. De jonge moeder aanleren van nieuw gedrag gericht op verantwoording nemen voor eigen ontwikkeling  

Na een periode van aanleren, volgt een periode gericht op bestendigen van aangeleerde vaardigheden om vervolgens weer zelfstandig te kunnen participeren in de maatschappij al dan niet met ondersteuning.

Focus ligt op het stabiel houden en bestendigen van aangeleerde vaardigheden. Het bieden van een stabiele omgeving en het creëren van routine.

Het moeder/kindhuis is een kleinschalige woonvorm, met de mogelijkheid om tussen 4-7 moeders met hun kinderen te plaatsen.  

Na een observatieperiode wordt door de (aanstaande) moeder, samen met een gedragswetenschapper, eventueel aangevuld met andere betrokken hulpverleners, een plan opgesteld.

Dit plan heeft als doel: leren zorgen voor mijn kindje. De opgenomen leerdoelen worden regelmatig doorgesproken en geëvalueerd/ bijgesteld. Het moeder/kindhuis biedt een veilige en rustige woonomgeving waar het kind een goede start mag krijgen in zijn/haar leven. Vanuit deze situatie is het herstellen of aangaan van gezonde hechting met moeder/opvoeders mogelijk.

De leerdoelen en de begeleiding staan volledig in het teken van “Goed Genoeg Ouderschap.

Een proces waarbij het kind de kans geboden wordt uit te groeien tot een stabiele persoonlijkheid. Na 1-2 jaar wordt op basis van bekende informatie een uitstroomprofiel vastgesteld en wordt er gezocht naar een passende vervolg stap, met passende ondersteuning.

De moeders hebben allen een eigen appartement en maken gebruik van diverse gemeenschappelijke ruimtes. De locatie is kindvriendelijk ingericht en heeft veel ruimte in en om het huis. Het betreft beschermd wonen met permanent toezicht. De gezinshuisouders wonen op zelfde locatie.

Wonen/Verblijf Groep kamertrainingcentrum (44A28)

De hulp is bestemd voor jongeren tussen 16 en 18 jaar die begeleid en voorbereid worden op zelfstandig wonen.

Cliënt is reeds enige tijd stabiel en enige mate van zelfstandigheid. Cliënt heeft nog een dusdanige ondersteuningsbehoefte dat er begeleidende ondersteuning nodig is. Einddoel is zelfstandig wonen.

Bij het verblijf in het Kamertrainingscentrum krijgen kinderen van 16 tot 18 jaar individuele begeleiding bij hun ontwikkeling naar zelfstandigheid.

Een jongere kan een eigen woning/kamer huren en daar begeleiding ontvangen of op een locatie van de jeugdzorginstelling wonen (en hiervoor huur betalen). Indien het een woning van de instelling is, dan deelt de jongere deze woning vaak met 3 tot 5 andere kinderen. Alle kinderen hebben een eigen kamer en leren een eigen huishouding te voeren. De ambulante begeleider is 24 uur per dag bereikbaar voor de jongere.

Samen met een vaste jeugdprofessional maakt de jeugdige een plan met concrete doelen. De doelen sluiten aan bij wat de jeugdige nodig heeft. Het zijn ook doelen die de jeugdige zelf als belangrijk ervaart zoals het opbouwen van een sociaal netwerk, opleiding en werk. Omdat de jeugdige overdag naar school gaat of werkt, zullen de training en de begeleiding voornamelijk na school- en werktijd plaatsvinden.

Focus ligt op het stabiel houden en bestendigen van aangeleerde vaardigheden. Het bieden van een stabiele omgeving en het creëren van routine.

Ambulante begeleiding groep basis (41A18)

Er is sprake van een intensieve en lichte tot matige complexe enkelvoudige of meervoudige vraag van de jeugdige, het gezin en/of de omgeving, die niet door de lokale basiszorg opgepakt kan worden.  

Begeleiding op locatie van de jeugdhulpaanbieder, waarbij het kind gedurende een dagdeel of dag (2 dagdelen) deelneemt aan groepsactiviteiten zonder dat opname en verblijf met overnachting nodig is. Er wordt gewerkt met goed omschreven doelen gericht op het verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren van de zelfredzaamheid, het welbevinden en het participeren in de samenleving.

Ambulante begeleiding groep specialistisch (41A24)

Er is sprake van intensieve zeer complexe enkelvoudige of meervoudige (meerdere levensdomeinen) vragen van de jeugdige, het gezin en/of de omgeving die niet door de lokale basiszorg of Begeleiding Basis opgepakt kan worden.

En/of er zijn veiligheidsrisico’s: de veiligheid van de jeugdigen, hun ouders en/of ambulant begeleider kan onvoldoende gewaarborgd worden.

Begeleiding op locatie van de jeugdhulpaanbieder, waarbij het kind gedurende een dagdeel of dag (2 dagdelen) deelneemt aan groepsactiviteiten, zonder dat opname en verblijf met   overnachting nodig is. Er wordt gewerkt met goed omschreven doelen gericht op het verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren en/of compenseren van de zelfredzaamheid, het welbevinden en het participeren in de samenleving.

Ambulante behandeling groep basis (41A14)

De hulp is bestemd voor kinderen met een licht verstandelijke en/of lichamelijke beperking, met lichte of matige vormen van gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen en hun opvoeders. De jeugdige kan tijdelijk deels of geheel niet naar de opvang of school en behandeling is nodig om dit weer mogelijk te maken (jeugdhulp is voorliggend).    

Er is sprake van een intensieve en lichte tot matige complexe enkelvoudige of meervoudige vraag van de jeugdige, het gezin en/of de omgeving, die niet door de lokale basiszorg opgepakt kan worden

Er is sprake van vragen met een lage/matige complexiteit:

• De vragen en problemen zijn niet geëscaleerd
• Er is sprake van een veilige omgeving en risico’s zijn in te schatten.
• Voorspelbaarheid is matig tot goed
• Er zijn zowel beschermende als ook risicofactoren aanwezig op niveau van jeugdige, gezin en omgeving.

Er wordt gewerkt met goed omschreven doelen gericht op het ontwikkelen en aanleren van   praktische of sociaal-emotionele vaardigheden en het vermogen om kennis op te nemen en te   verwerken. De mogelijkheden van de jeugdige worden zo goed mogelijk benut, zodanig dat een zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt wordt. De behandeling is   programmatisch en doelmatig.

Ambulante behandeling groep specialistisch (41A16)

 De hulp is bestemd voor kinderen met een licht verstandelijke en/of lichamelijke beperking, met   ernstige vormen van gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen en hun opvoeders.  

De jeugdige kan tijdelijk deels of geheel niet naar de opvang of school en behandeling is nodig om dit weer mogelijk te maken (jeugdhulp is voorliggend).

Er is sprake van vragen met een matige tot hoge complexiteit:

• Er spelen vaak meerdere problemen tegelijkertijd (b.v. somatisch, ontwikkeling, psychisch, sociaal,gedrags,- en opvoedingsproblematiek, vechtscheidingen).
• Er is sprake van een onveilige omgeving .
• Voorspelbaarheid is slecht, sterk wisselend verloop.
• Er zijn veel risicofactoren en weinig beschermende factoren.
• Er kan sprake zijn van dreigende escalatie van problematiek of problemen zijn geëscaleerd.

Er wordt gewerkt met goed omschreven doelen gericht op het ontwikkelen en aanleren van   praktische of sociaal-emotionele vaardigheden en het vermogen om kennis op te nemen en te   verwerken. De mogelijkheden van de jeugdige worden zo goed mogelijk benut, zodanig dat een   zo zelfstandig mogelijk niveau van functioneren bereikt wordt. De behandeling is   programmatisch en doelmatig.  

KDV+ in combinatie met kinderopvangtoeslag (45A82)

KDV+ zonder kinderopvangtoeslag (45A83)

KDV+ is bedoeld voor kinderen,   in de leeftijd van 0 tot de leeftijd dat zij naar school gaan,   met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen of met een lichamelijke of verstandelijke

beperking. Het gaat om opvang met een jeugdhulpcomponent gericht op diagnostiek, behandeling en/of begeleiding.

Kinderen met een ontwikkelingsachterstand en / of gedragsproblemen en / of lichamelijke of verstandelijke beperking.  

Kinder(dag)opvang, waarbij, naast opvang, een combinatie van diagnostiek, behandeling en begeleiding wordt geboden op locatie van de KDV+aanbieder. De opvang in deze groep wordt

gecombineerd met reguliere opvang.

De KDV+ is erop gericht om op een leuke, gestructureerde en zinvolle manier vrije tijd te besteden, gecombineerd met een stukje diagnostiek, behandeling en/of begeleiding om de

sociaal-emotionele vaardigheden te vergroten. Door deze combinatie van zorg en opvang, wordt in een vroegtijdig stadium duidelijk of en zo ja welke ontwikkelingsachterstand een kind heeft en wordt daarop direct behandeling, dan wel extra begeleiding ingezet, waardoor meer ernstige problemen en intensievere vormen van hulp vaak voorkomen kunnen worden. De behandeling en/of begeleiding wordt ingezet in nauwe samenwerking en in afstemming met ouders, verwijzer en andere direct betrokkenen.

BSO+ in combinatie met kinderopvangtoeslag (45A80)

BSO+ zonder kinderopvangtoeslag (45A81)

BSO+ is bedoeld voor schoolgaande kinderen die aansluitend op de schooltijden opvang nodig hebben en niet naar de reguliere opvang kunnen, omdat zij meer begeleiding/sturing nodig

hebben. Het gaat om BSO met een jeugdhulpcomponent gericht op de ontwikkeling van sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen met ontwikkelstoornissen en/of

gedragsproblemen.

Door de inzet van jeugdhulp bij de opvang wordt het mogelijk kinderen met een rugzakje (kinderen met een diagnose of kinderen die naar Speciaal Basis Onderwijs gaan) ook gebruik te laten maken van buitenschoolse opvang, omdat er meer sturing en/of begeleiding kan worden geboden tijdens

de activiteiten.

Kinderen die meer begeleiding / sturing nodig hebben die dan op een reguliere BSO kan worden geboden.  

Buitenschoolse opvang met extra begeleiding, zorg en aandacht voor kinderen met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen of met een lichamelijke of verstandelijke beperking op locatie van de

BSO+/KDV+aanbieder.

De BSO+ is erop gericht om op een leuke, gestructureerde en zinvolle manier vrije tijd te besteden en sociaal emotionele vaardigheden te vergroten. Door deze laagdrempelige vorm van

begeleiding, krijgt het kind in een vroegtijdig stadium extra zorg waardoor meer ernstige   problemen en intensievere vormen van hulp vaak voorkomen kunnen worden.

De begeleiding wordt ingezet in nauwe samenwerking en in afstemming met ouders, onderwijs, CJG en andere direct betrokkenen. Bij BSO+ is er in principe geen sprake van individuele begeleiding en vindt geen behandeling plaats.

Logeren basis (43A11)

Logeren is een vorm van verblijf die is gericht op ontlasting van de ouders, stiefouders of anderen die een jeugdige als gezinslid verzorgen en opvoeden (respijtzorg). De jeugdige verblijft tijdelijk elders waar toezicht en de noodzakelijke hulp/ondersteuning geboden worden. Doel is te voorkomen dat de verzorgers/opvoeders overbelast raken. Daarmee wordt ook beoogd dat de jeugdige (langer) thuis kan blijven wonen.

Voorbeelden van kortdurend verblijf zijn regelmatig een weekend logeren in een instelling of een langere opname (bijv. een week) ter ontlasting van ouders / verzorgers en eventuele mantelzorgers.

Jeugdigen waarvan de ouders, stiefouders of anderen die de jeugdige als gezinslid verzorgen en opvoeden, als een gevolg van factoren in de thuissituatie eventueel in combinatie met kindfactoren ontlast dienen te worden. Daarmee wordt ook beoogd dat de jeugdige langer thuis kan blijven wonen.

Jeugdigen die enige ondersteuningsbehoefte hebben en die behoefte hebben aan structuur en regelmaat, vallen onder categorie logeren basis.   Bij deze jeugdigen is geen continue directe nabijheid van een begeleider noodzakelijk. Deze jeugdigen kunnen ook tijdelijk zelfstandig een activiteit ondernemen.

Met logeren wordt tijdelijke opvang van maximaal 3 etmalen (per week) geboden aan kinderen tijdens bijvoorbeeld een weekend of vakantie. Kinderen verblijven in een zorgboerderij, een   vakantiewoning of een andere woon unit. Het kind verblijft tijdelijk in een andere, veilige omgeving, waar toezicht en de noodzakelijke zorg geboden worden. Bij logeren wordt er geen   hulpverlening of behandeling aangeboden. Voor kinderen kan het verblijf in een andere omgeving   bijdragen aan hun ontwikkeling. Tevens kunnen er tijdens het logeren vrijetijdsactiviteiten worden   ondernomen.    

Logeren specialistisch (43A66)

Logeren is een vorm van verblijf die is gericht op ontlasting van de ouders, stiefouders of anderen die een jeugdige als gezinslid verzorgen en opvoeden (respijtzorg). De jeugdige verblijft tijdelijk elders waar toezicht en de noodzakelijke hulp/ondersteuning geboden worden. Doel is te voorkomen dat de verzorgers/opvoeders overbelast raken. Daarmee wordt ook beoogd dat de jeugdige (langer) thuis kan blijven wonen.

Voorbeelden van kortdurend verblijf zijn regelmatig een weekend logeren in een instelling of een langere opname (bijv. een week) ter ontlasting van ouders / verzorgers en eventuele mantelzorgers.

Jeugdigen waarvan de ouders, stiefouders of anderen die de jeugdige als gezinslid verzorgen en opvoeden, als een gevolg van factoren in de thuissituatie eventueel in combinatie met kindfactoren ontlast dienen te worden. Daarmee wordt ook beoogd dat de jeugdige langer thuis kan blijven wonen.

Jeugdigen die een grote ondersteuningsbehoefte hebben en een grote noodzaak tot structuur en regelmaat, vallen onder de categorie logeren specialistisch. Bij deze jeugdigen is een continue nabijheid van een begeleider noodzakelijk.  

Met logeren wordt tijdelijke opvang van maximaal 3 etmalen (per week) geboden aan kinderen tijdens bijvoorbeeld een weekend of vakantie. Kinderen verblijven in een zorgboerderij, een   vakantiewoning of een andere woon unit. Het kind verblijft tijdelijk in een andere, veilige   omgeving, waar toezicht en de noodzakelijke zorg geboden worden. Bij logeren wordt er geen   hulpverlening of behandeling aangeboden. Voor kinderen kan het verblijf in een andere omgeving   bijdragen aan hun ontwikkeling. Tevens kunnen er tijdens het logeren vrijetijdsactiviteiten worden   ondernomen.

Opvoedhulp (45A05)

Jeugdigen met matige tot ernstige opgroei- en ontwikkelproblemen en vormen van grensoverschrijdend gedrag (zoals agressie, spijbelen, weglopen) en hun opvoeders.

• Dringt de problemen terug door de inzet van verschillende bewezen succesvolle interventies vastgelegd in een familiegroepsplan.
• Vergroot opvoedvaardigheden van de ouders.  
• De doelbewuste inzet van bewezen effectieve interventies op basis van een systeemgericht plan gericht gebaseerd op de vraag van de jeugdige en opvoeders.
• Het betrekken (in afstemming met jeugdige en opvoeders) van het netwerk dat relevant is voor het beantwoorden van de hulpvraag.
• Het bieden van nazorg of ondersteuning na afronding van een indicatie met als doel het behouden en vergroten van het effect.        

Individuele begeleiding (45A70)

Jeugdigen met een licht verstandelijke en/of lichamelijke beperking, en/of met een lichte vorm van gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen waarbij ook opvoeders begeleiding nodig hebben.  

• Stimuleert de ontwikkeling van de jeugdige waar dat mogelijk is door het aanleren van vaardigheden.  
• Vindt plaats in de eigen leefomgeving en richt zich op het vergroten van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de jeugdige.  
• Betrekt het netwerk van de jeugdige bij het familiegroepsplan, Toekomstplan of Perspectiefplan zodat zij bij kunnen dragen aan een duurzame ontwikkeling.
• Ondersteunt de opvoeders bij de begeleiding van de jeugdige.  
• Het in beeld brengen van de factoren die de ontwikkeling van de jeugdige stimuleren en belemmeren op basis van observatie, gesprekken en onderzoek en deze input verwerken in een verklarene analyse.  
• De planmatige en doelgerichte ondersteuning op basis van een familiegroepsplan. Toekomst of Perspectiefplan.  
• Het ontwikkelingsgericht ondersteunen van de jeugdige en opvoeders op momenten in het dagelijks leven en daarbij werken aan de doelen in het familiegroepsplan, Toekomst of Perspectiefplan.  
• Het periodiek, minimaal eens per kwartaal, bespreken van de voortgang met de jeugdige, opvoeders en andere betrokken partijen en op basis van dit overleg het plan bijstellen.    

Individuele behandeling (41A03)

Jeugdigen met een licht verstandelijke en/of lichamelijke beperking en/of een matige vorm van gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen waarbij ook de opvoeders bij de behandeling betrokken worden.

Helpt de jeugdige bij het verhelpen van de problemen, het stabiliseren ervan of het ermee om leren gaan door nieuwe vaardigheden aan te leren. Ondersteunt de opvoeders bij het omgaan met het gedrag van de jeugdige.

Individuele behandeling GGZ (54001)

Jeugdigen met enkelvoudige emotionele of gedragsproblemen zoals angst, depressie, ADHD en dergelijke (vallend onder basis GGZ) waarbij ook de opvoeders begeleiding nodig hebben.

• Maakt de klachten voor de jeugdige hanteerbaar of vermindert ze waardoor de jeugdige beter functioneert en het welbevinden verbetert.  
• Ondersteunt de opvoeders bij het omgaan met de klachten van de jeugdige.
• Betrekt belangrijke netwerkpartijen bij de behandeling (als jeugdige en opvoeders hiermee instemmen).

Individuele begeleiding specialistisch (45A53)

Jeugdigen met een licht verstandelijke en/of lichamelijke beperking en ernstige ontwikkelingsproblemen waarbij ook de opvoeders begeleiding of ondersteuning nodig hebben.

• Het positief beïnvloeden of bijsturen van het gedrag of de ontwikkeling van de jeugdige in dagelijkse situaties.  
• Vind zoveel mogelijk plaats in de omgeving waarin de verandering of ontwikkeling nodig is; thuis, op school of bij de opvang zodat de jeugdige zich daar redt.
• Betrekt het netwerk van de jeugdige bij het Toekomst- of Perspectiefplan zodat zij bij kunnen dragen aan een duurzame ontwikkeling.
• Ondersteunt de opvoeders bij de begeleiding van de jeugdige.

Hulp:  

• Het in beeld brengen van de factoren die het gedrag en de ontwikkeling van de jeugdige stimuleren en belemmeren op basis van een verklarende analyse en deze input verwerken in een Toekomst- of Perspectiefplan.  
• De inzet van een methodische werkwijze gericht op een positief effect op de ontwikkeling of het gedrag van de jeugdige.
• Het nadrukkelijk betrekken van onderwijs of dagbesteding bij het Toekomst- of Perspectiefplan met als doel een passend lange termijn perspectief en een zo zelfstandig mogelijk leven op de korte en lange termijn.    
• De begeleiding vindt plaats in de direct leefomgeving van het kind en betrekt professionals in die omgeving bij het behalen van doelen en resultaten.  

Individuele behandeling specialistisch (41A04)

Jeugdigen met een lichte verstandelijke en/of lichamelijke beperking en/of met ernstige meervoudige gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen waarbij ook de opvoeders bij de behandeling betrokken worden.

• Leert de jeugdige andere vaardigheden en ander gedrag aan en stuurt op de ontwikkeling van de jeugdige.  
• Betrekt de opvoeders nauw bij de behandeling.
• Betrekt belangrijke personen uit het netwerk van jeugdige en opvoeders (met instemming) bij de behandeling zodat zij kunnen ondersteunen.

Individuele behandeling specialistisch GGZ (54002)

Jeugdigen met ernstige meervoudige en/of complexe psychische of psychiatrische problemen (bijvoorbeeld ADHD, ASS, PTSS en dergelijken) en hun opvoeders.

• Verlicht of verhelpt de klachten en onderliggende problemen van de jeugdige, de opvoeders en de omgeving of leert hen zo adequaat mogelijk omgaan met de problemen.  
• Betrekt de opvoeders nauw bij de behandeling.
• Betrekt belangrijke personen uit het netwerk van jeugdige en opvoeders (met instemming) bij de behandeling zodat zij kunnen ondersteunen.

Diagnose Enkelvoudige Dyslexie (EED) 45A03

Jeugdigen tot en met 12 jaar (eind groep 8 basisonderwijs) waarbij mogelijk sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie.  

De jeugdige heeft ondanks intensieve begeleiding op school in de klas en remedial teaching buiten de klas een structurele taal/leesachterstand die het ontwikkelen en leren belemmert (richtlijnen dyslexie).    

Onderzoek op basis van een wetenschappelijk onderbouwde onderzoeksmethode en het protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling of er sprake is van dyslexie bij een jeugdige na controle van het dossier door het Regionaal Instituut Dyslexie.

Behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) 50A03

Jeugdigen waarbij voor het eind van groep 8 van het basisonderwijs de diagnose ernstige enkelvoudige dyslexie is vastgesteld en waarvoor behandeling van dyslexie nodig is.

Het vergroten van de taal/leesvaardigheid van de jeugdige, het verminderen van de achterstand zodat hij/zij het onderwijs kan volgen.  

• Een behandelplan basis of plus dat aansluit bij de diagnose.
• Een aaneengesloten behandeling met continuïteit in behandelmomenten van minimaal 50 minuten op een locatie die aansluit bij de jeugdige op basis van een bewezen effectieve behandelmethode voor dyslexie.
• Wekelijks contact met opvoeders over het oefenprogramma.
• Een overdracht naar de school na afloop van het behandeltraject.

Medicatiebegeleiding (54004)

De jeugdige heeft na afloop van de behandeling nog medicatie nodig.

Medicatiecontrole bij jeugdigen (2-4 keer per jaar) door een medisch specialist.  

Medicatiegebruik door de jeugdige na afloop van een behandeling. Het instellen en bijstellen van medicijnen op het gebied van de psychofarmaca. Het geven van voorlichting over de effecten en de mogelijke bijwerkingen van het gebruik van deze medicatie

Er is sprake van crisis bij een plotselinge, ernstige ontregeling (in de fysieke, sociale en/of psychische gesteldheid van de jeugdige of zijn/haar omgeving) met als gevolg het ontstaan van een acuut onhoudbare situatie in de thuis- of woonsituatie van de jeugdige. Door de ontregeling die plaatsvindt schieten de gebruikelijke oplossingsstrategieën tekort. De veiligheid en de balans tussen draagkracht en draagvlak zijn leidende indicatoren. Crisis is per definitie kortdurend. Er is een onderscheid mogelijk tussen crisis met als oorzaak het psychische functioneren van de jeugdige, crisis met als oorzaak een ernstige ontregeling in de omgeving van de jeugdige en crisis waarbij verschillende oorzaken aanwezig zijn (combinatie LVB, GGZ en J&O problematiek). De hulp is bestemd voor jeugdigen tot 18 jaar (tot 23 jaar in het geval van verlengde jeugdhulp).

Crisis GGZ

Een acute situatie van een jeugdige die direct (medisch) ingrijpen noodzakelijk maakt teneinde direct (of vermeend) fysiek of psychisch gevaar voor de jeugdige of de omgeving af te wenden, dan wel om ernstige overlast te beëindigen. De acute situatie kan het gevolg zijn van een geestesstoornis d.w.z. een ernstige stoornis van het oordeelsvermogen, in het bijzonder, een psychotische toestand waarbij het handelen voortkomt uit hallucinaties of waanvoorstellingen, acute dreiging van suïcide of ernstige verwardheid als gevolg van een organische hersenaandoening.

Crisis Jeugd en Opvoedhulp

Er is sprake van ernstige opvoed- en/of opgroei problematiek, in combinatie met grensoverschrijdend gedrag, waarbij de veiligheid van de jeugdige en/of de omgeving acuut in gevaar is

Crisisinterventie

Hulp voor jeugdigen en zijn/haar omgeving die in een acute situatie zijn geraakt. Het kan gaan om een onveilige situatie voor de jeugdigen en/of hun omgeving, ze kunnen een gevaar zijn voor zichzelf of voor hun omgeving. Er kan niet worden gewacht op reguliere hulpverlening of deze is ontoereikend.

Opdrachtnemer levert bij crisissituaties integrale hulp aan de jeugdige en zijn omgeving in de thuis- of woonsituatie. Deze hulp is gericht op stabilisatie en crisismanagement binnen het volledige systeem. Hierbij kan zelfregie van de jeugdige voor een korte tijd worden overgenomen, met als doel om deze weer zo snel als mogelijk terug te leggen bij de jeugdige en/of het systeem. Opdrachtnemer betrekt actief de jeugdige en zijn/haar systeem waarbij altijd uit wordt gegaan van de eigen regie en eigen kracht van de jeugdige en zijn/haar systeem.

De interventie dient direct ingezet te worden in overleg met de gemeentelijke toegang (en met de GI of GGZ in een gedwongen/verplicht kader). Indien overleg niet mogelijk is, dient de eerstvolgende werkdag contact met de gemeentelijke toegang te worden opgenomen. Startpunt voor de te bieden integrale hulp is het wegnemen van de acute crisissituatie, stabilisatie en toe te werken naar passende vervolghulp (wanneer nodig). De veiligheid van de jeugdige en/of het systeem is vanaf dag 1 gewaarborgd.

Intersectoraal

Samenwerking tussen verschillende sectoren. Voor de crisisinterventie aan jeugdigen en/of hun opvoeders gaat het om de sectoren jeugd-GGZ, jeugd-LVB en Jeugd- en Opvoedhulp. Hierbij wordt de werkwijze crisis gevolgd en gewerkt aan de doelen en resultaten crisis zoals daarin beschreven.