4.1 Vaktherapie (45J50) Er is sprake van psychische dan wel psychosociale problematiek en/of een vastgelopen ontwikkeling en/of ingrijpende ervaringen, gebeurtenissen, veranderingen en/of beperkingen die leiden tot klachten op het gebied van emotieregulatie, contact met het eigen gevoelsleven en zelfbeeld, omgaan met stress of op het sociaal functioneren. Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in: gedragsproblemen, psychosomatische klachten, leer- en ontwikkelingsproblemen of communicatieproblemen. Er is sprake van een complexe of verstoorde relatie tussen ouder en kind en/of het gezinssysteem en/of ouders/verzorgers hebben moeite om het kind te begrijpen en te begeleiden en hebben behoefte aan ondersteuning. 4.2 Jeugdhulp ambulant regulier individueel (45A73) Er is met regelmaat sprake van klachten op een beperkt aantal leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek en/of beperkte ontwikkelingsachterstand en/of een beperking en/of gedragsproblematiek in combinatie met de behoefte aan ondersteuning vanuit de ouders ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning of beperkte leerbaarheid. Ouder voelt zich mogelijk onvoldoende competent. Veelal is er sprake van enkelvoudige problematiek met een lage complexiteit. De klachten beperken het dagelijks functioneren. 4.3 Jeugdhulp ambulant regulier groep (45A71) Er is sprake van enkel- of meervoudige klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Er is betrokkenheid van ouders bij het vinden van oplossingen voor problemen ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning. Klachten van het kind uiten zich in matige internaliserende en/of externaliserende gedragsproblemen. De relatie tussen kind en ouders kan verstoord zijn. Het netwerk is voldoende leerbaar en inzetbaar voor ondersteuning. 4.4 GGZ 1 Jeugdhulp ambulant specialistisch (45A71) Er is sprake van enkelvoudige of meervoudige problematiek, ten gevolge van psychische problematiek of een stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM-5 stoornis. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend problematisch gedrag zien. De jeugdige participeert leeftijd-adequaat in de samenleving. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s). 4.5 GGZ 2 Jeugdhulp ambulant specialistisch (54002) Er is sprake van meervoudige problematiek, eventueel op meerdere leefgebieden, ten gevolge van psychische problematiek of stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM-5 stoornis. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend problematisch gedrag zien. De jeugdige participeert in beperkte mate leeftijd-adequaat in de samenleving. Ouders hebben mogelijk niet de juiste opvoedvaardigheden. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s). Jeugdige/netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Er is een risico op crisis. 4.6 GGZ 3 Jeugdhulp ambulant specialistisch (54003) Er is een hoog risico op crisis. Als er geen sprake is van een hoog risico op crisis, kan dit product niet ingezet worden. Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, ten gevolge van psychische problematiek of stoornis. Er is sprake van een vastgestelde DSM 5 stoornis. De jeugdige is (tijdelijk) niet meer in staat om (leeftijd-adequaat) in de samenleving te participeren. De jeugdige laat internaliserend en/of externaliserend zwaar problematisch gedrag zien. Ouders hebben mogelijk niet de juiste opvoedvaardigheden. Jeugdige/netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Mogelijk is ook sprake van psychische problematiek/verslaving van de ouder(s). 4.7 LVB 1 Jeugdhulp ambulant specialistisch (45A53) Jeugdige heeft een IQ tot 85 en/of er is sprake van een verstandelijke beperking van de ouder(s). Jeugdige is vanuit de cognitieve beperking (beperkt) leerbaar op de benoemde behandeldoelen. Er is naast LVB sprake van enkelvoudige problematiek. De draagkracht/draaglast kan uit balans zijn. Jeugdige laat problematisch gedrag zien, waardoor de ontwikkeling verstoord wordt. 4.8 LVB 2 Jeugdhulp ambulant specialistisch (45A55) Jeugdige heeft een IQ tot 85, of een hieraan grenzend IQ, waarbij door de meervoudige problematiek noodzaak is tot behandeling binnen een LVB-setting. Er is mogelijk sprake van een verstandelijke beperking van de ouder(s). Jeugdige is vanuit de cognitieve beperking (beperkt) leerbaar op de benoemde behandeldoelen. Er is naast LVB sprake van meervoudige problematiek. De draagkracht/draaglast is uit balans. Jeugdige laat problematisch gedrag zien, waardoor de ontwikkeling verstoord wordt. 4.9 Jeugdzorg 1 Jeugdhulp ambulant specialistisch (45A56) Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, in combinatie met een ondersteuningsbehoefte van ouders. De jeugdige laat zodanig problematisch gedrag zien, dat hierdoor de ontwikkeling verstoord wordt. De draagkracht/draaglast van het systeem is fors uit balans. 4.10 Jeugdzorg 2 Jeugdhulp ambulant specialistisch (45A57) Er is sprake van meervoudige problematiek, op meerdere leefgebieden, in combinatie met een ondersteuningsnoodzaak van ouders. Er is sprake van drang of dwang. De jeugdige laat zodanig problematisch gedrag zien, dat hierdoor de ontwikkeling verstoord wordt. De draagkracht/draaglast van het systeem is fors uit balans. Er is sprake van (complexe) conflicten en/of beperkingen in het systeem, waardoor de ontwikkeling van de jeugdige stagneert of dreigt te stagneren. Er is sprake van veiligheidsrisico’s voor de jeugdige. De jeugdige/het netwerk heeft mogelijk onvoldoende vertrouwen in de hulpverlening. Vaak hebben er al meerdere hulpverleningstrajecten plaatsgevonden. Er is een hoog risico op crisis / uithuisplaatsing. 4.11 ED Ernstige Dyslexie, diagnostiek (45D17) Jeugdige in de leeftijd van 7 - 13 jaar. Het diagnostiektraject is afgerond als het kind nog op het primair onderwijs (basisonderwijs) zit. Er is sprake van ernstige problemen met leren lezen. Er kan sprake zijn van ernstige spellingsproblemen maar dit is geen criterium voor doorverwijzing. Op basis van leesdossieronderzoek van school bestaat het vermoeden van ED. De aanvraag voor diagnostiek volgt op een periode van intensieve ondersteuning door de school. Grenswaarde criterium ernst bij doorverwijzing scores op 3 hoofdmetingen: Woordlezen: V-(min)-score of E-score (laagste 10%) (≤-1,28 SD = laagste 10% = T-score van 37 of lager) De richtlijnen van het NKD (https://www.nkd.nl) zijn van toepassing. 4.12 ED Ernstige Dyslexie, behandeling (45B17) Jeugdige heeft de leeftijd van 7 - 13 jaar. Het behandeltraject ED start als het kind nog op het primair onderwijs (basisonderwijs) zit. Door middel van diagnostiek ED (45D17) is vastgesteld dat er sprake is van ED. Er zijn geen belemmerende kindfactoren voor de uitvoerbaarheid van de behandeling. Dit is conform de richtlijnen van het NKD (https://www.nkd.nl). 4.13 Diagnostiek (45J14) Als een vermoeden bestaat dat er iets met een jeugdige en/of het gezinssysteem aan de hand is, maar de aard en de ernst van het probleem nog niet voldoende duidelijk is, kan diagnostiek ondersteuning bieden om de hulpvraag te verhelderen en de hulpvraag in de context te plaatsen. Verwijzers kunnen om diagnostiek vragen bij zorgaanbieders. 4.14 Instellen en controleren psychofarmaca (45C55) Dit product is bedoeld voor het instellen, controleren en bijstellen van psychofarmaca tijdens of na een behandeltraject. Deze inzet vindt veelal plaats door de psychiater of verpleegkundig-specialist. Inzet van dit product als medicatiecontrole na afronding van de behandeling kan alleen als de medicatiecontrole niet door de huisarts kan worden uitgevoerd. Voor GGZ-aanbieders, gecontracteerd in segment 1, geldt dat het instellen, controleren en bijstellen onder de lopende GGZ-3 indicatie valt. 4.15 Begeleiding individueel 1 (50A81) Er is sprake van klachten en/of praktische vragen op enkele leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen Ouders en jeugdige zijn beiden leerbaar. Er is geen sprake van een complexe gezinssituatie: ouders hebben voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen, alleen de draagkracht/draaglast is (tijdelijk) niet in verhouding. 4.16 Begeleiding individueel 2 (50A82) Er is sprake van klachten en/of vragen op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Het netwerk is beperkt ondersteunend. Het gezin wordt actief en regelmatig ontlast en ondersteund om met de situatie om te kunnen gaan. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen. De jeugdige heeft mogelijk beperkingen bij de daginvulling. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is mogelijk een complexe gezinssituatie. Ouders hebben voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen, alleen de draagkracht/draaglast is niet in verhouding. Er zijn geen risico's op het gebied van veiligheid. 4.17 Begeleiding individueel 3 (50A83) Er is sprake van zware klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek en/of een (beperkte) ontwikkelingsachterstand en/of een verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Het netwerk heeft weinig tot geen mogelijkheden om ondersteuning te bieden. Het gezin moet actief ontlast en intensief ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. De jeugdige heeft beperkingen bij de daginvulling. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is sprake van een complexe gezinssituatie. Dit uit zich o.a. door: - Ouders hebben onvoldoende opvoedvaardigheden om met de huidige situatie en de omvang van de problematiek om te kunnen gaan. - Draaglast/draagkracht van de jeugdige en/of het gezin is niet in verhouding. - Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen voor dagelijkse problemen binnen het gezin of school/dagbesteding. De ontwikkeling en veiligheid van de jeugdige worden bedreigd. 4.18 Praktische pedagogische thuisbegeleiding (50A84) Er is sprake van een complexe gezinssituatie, waarbij meerdere gezinsleden, als gevolg van uiteenlopende problemen, op meerdere leefgebieden de grip op het dagelijks leven kwijt zijn of dreigen te verliezen. De veiligheid en/of de ontwikkeling van het kind dreigt daardoor in het geding te komen. De problematiek van het gezin heeft de overhand, waardoor andere hulpverlening niet of nauwelijks ingezet kan worden. Gezinsleden zijn beperkt of niet leerbaar en hebben beperkte opvoedvaardigheden. Het gezin heeft weinig of geen ondersteunend (sociaal) netwerk. Dit uit zich onder andere in de volgende problematiek: - geen structuur in het huishouden en/of - slechte administratie en financiën en/of - woonoverlast met mogelijk een dreiging tot huisuitzetting en/of - zorgmijdend gedrag en/of - onaangepast gedrag en/of - beperkte deelname aan het maatschappelijk of economisch verkeer. Het gezin loopt hierdoor continu vast in het normale leven en het bieden van voldoende ontwikkelingsperspectief voor het kind. 4.19 Begeleiding groep 1 (50A85) Er is met regelmaat sprake van klachten, meestal op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek, een beperkte ontwikkelingsachterstand, een verstandelijke beperking of gedragsproblematiek. Het netwerk is beperkt ondersteunend. Het gezin en/of de jeugdige moet actief ontlast en ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen regelmatig voor problemen binnen het gezin of op school. Jeugdige heeft ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen, o.a. op de mate van (sociale) zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. Jeugdige heeft mogelijk beperkingen bij de daginvulling maar gaat wel gewoon naar school. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is mogelijk een complexe gezinssituatie. Ouders hebben mogelijk voldoende opvoedvaardigheden of kunnen deze ontwikkelen. Met name de draagkracht/draaglast is niet in verhouding. 4.20 Begeleiding groep 2 (50A86) Er is sprake van regelmatige of zware klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychosociale problematiek en/of een (beperkte) ontwikkelingsachterstand en/of een verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek. Het netwerk heeft weinig tot geen mogelijkheden om ondersteuning te bieden. Het gezin moet actief ontlast en intensief ondersteund worden om met de situatie om te kunnen gaan. De veiligheid van de jeugdige en/of het gezin wordt mogelijk bedreigd. Gedrags- en/of psychische beperking van jeugdige en/of verzorgers zorgen dagelijks voor problemen binnen het gezin of op school. Jeugdige heeft gespecialiseerde ondersteuning nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen, o.a. op de mate van (sociale) zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. De jeugdige heeft beperkingen bij de daginvulling maar gaat wel gewoon naar school. Ouders en/of jeugdige zijn mogelijk beperkt leerbaar. Er is sprake van een complexe gezinssituatie. Ouders hebben mogelijk onvoldoende opvoedvaardigheden om met de huidige situatie en de omvang van de problematiek om te kunnen gaan. De draaglast/draagkracht van de jeugdige en/of het gezin is niet in verhouding. 4.21 Logeren Jeugd (43J11) Er is sprake van klachten op meerdere leefgebieden ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand, en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Het betreft jeugdigen die een grote ondersteuningsbehoefte hebben en een grote noodzaak tot structuur en regelmaat. Jeugdige heeft een hoge prikkelgevoeligheid en daarom kan er met regelmaat behoefte zijn aan een prikkelarme omgeving. Logeren is ontwikkelingsgericht. Er wordt voorzien in adviezen om ouders/verzorgers buiten het logeren om in hun kracht te zetten. Logeren is gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jeugdige. Het kan tevens als doel hebben om inzet van zwaardere zorg te voorkomen. Er wordt volgens een individueel ondersteuningsplan aan doelen gewerkt en zorg geleverd. Ouder(s) worden actief betrokken bij de doelen van de begeleiding, aangezien het geleerde ook binnen het gezinssysteem een plek moet krijgen. Bij deze jeugdigen is continue directe nabijheid van een begeleider noodzakelijk. Tijdens het logeren wordt begeleiding geboden die zich richt op het goed verlopen van het logeren zoals het eten, het slapen en gezamenlijke activiteiten. Begeleiding van de jeugdige en het gezinssysteem tijdens en gerelateerd aan de logeermomenten is bij dit product inbegrepen. Logeren kan ook ingezet worden als transitiezorg; een jongere die na een verblijfsperiode bij een zorgaanbieder stapsgewijs naar huis keert waarbij logeren een onderdeel is van de terugkeer. Daarnaast kan logeren ingezet worden als overbruggingszorg indien er een wachttijd is voor bijvoorbeeld een langdurige behandeling of pleegzorg. 4.22 Respijtzorg jeugd (43A40) Er is sprake van klachten ten gevolge van psychische problematiek of stoornis, en/of dreigende ontwikkelingsachterstand, en/of een beperking en/of gedragsproblematiek. Hierdoor ontstaat de behoefte aan tijdelijke ontlasting van ouders/verzorgers en/of het gezin ten gevolge van opgroei- en opvoedspanning. |